De afgelopen 50 jaar is er veel veranderd in de verhouding tussen vrouwen en mannen. Tot 1975 verloor een vrouw die trouwde doorgaans haar baan en kreeg haar man de zeggenschap over haar bezit. Nu is echter de helft van de Nederlandse vrouwen economisch zelfstandig.

Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat vrouwen de afgelopen jaren steeds meer zijn gaan werken. In 1969 werkte 31 procent van de vrouwen en in 2012 was dit 61 procent. Bij mannen zien we juiste een omgekeerde situatie. In 1969 werkte 84 procent van de mannen en in 2012 nog maar 74 procent. Wel zijn we met zijn allen minder gaan werken. Vrouwen zijn gegaan van 29 uur per week in 1969 naar 21 uur in 2012. Mannen werkten vroeger wekelijks 38 uur en nu nog 32 uur per week.

52 procent van de vrouwen is niet economisch zelfstandig. Veel vrouwen hebben een parttime baan, werken minder uren en verdienen minder per uur. Hierdoor zijn ze niet economisch zelfstandig en mede-afhankelijk van de inkomsten van hun man.

48 procent van de vrouwen is niet afhankelijk van de inkomsten van haar man. In 19 procent van de gezinnen verdient de vrouw inmiddels zelfs meer dan haar man. Wat ook opvallend is, is dat in 2013 56 procent van de rechters een vrouw was en maar 44 procent een man.

Mannen besteden meer tijd aan het huishouden

Verder komt uit het onderzoek naar voren dat vrouwen minder tijd besteden aan het huishouden en mannen meer. In 1975 besteden mannen slechts 8,5 uur per week aan het huishouden en in 2012 was dit 12,3 uur per week. Terwijl huishoudelijke werk bij vrouwen is afgenomen van 35,2 uur naar 23,3 uur per week. Daarnaast worden de gezinnen gemiddeld ook kleiner.

Het gehele onderzoek naar de verdeling van werk, zorg en invloed tussen vrouwen en mannen kun je hieronder vinden.