Top
  >  Algemeen   >  Indiase arbeidsters uitgebuit door H&M en C&A


De modeketens H&M en C&A laten veel van hun kleding maken in ontwikkelingslanden. Tot nu toe werd altijd stellig beweerd dat hierbij geen arbeiders worden uitgebuit, maar nu blijkt dat dit wel het geval is.

Uit onderzoek van de Volkskrant blijkt dat de KPR Mill textielfabriek in India, waar zowel kledinggigant H&M als C&A een deel van hun collectie laat produceren, arbeidsters uitbuit. De krant kwam tot deze conclusie toen zij de fabriek, vlakbij de textielstad Coimbatore, samen met ontwikkelingsorganisatie SOMO bezocht.

Tijdens het bezoek aan de KPR Mill werd duidelijk dat de circa negenduizend meisjes en vrouwen die in de fabriek werken, en die volgens de directie minimaal 16 jaar oud zijn, na werktijd worden opgesloten in hostels op het ommuurde fabrieksterrein. Daarnaast wordt er ook minimaal een kwart van hun loon ingehouden om te sparen voor de bruidsschat. De arbeidsters krijgen dit geld pas uitgekeerd als ze drie jaar in de fabriek hebben gewerkt. Verder zou het bedrijf geen arbeidscontracten geven en ook contact met vakbonden tegenhouden.

H&M erkent na aanleiding van het onderzoek dat er zowel in 2009 als in 2010 kleding is besteld bij de fabriek. Ook liet de modeketen weten dat de samenwerking in 2009 aanvankelijk werd stopt gezet vanwege de arbeidsomstandigheden. Volgens H&M waren deze problemen begin dit jaar opgelost en besloten zij opnieuw zaken te doen, maar naar aanleiding van de nieuwe bevindingen heeft H&M aangekondigd de fabriek opnieuw te bezoeken.

Ook C&A bevestigde dat KPR Mill sinds kort kleding voor hen produceert. Een woordvoerder van de modeketen liet weten dat C&A zo snel mogelijk zal stoppen met de samenwerking.