Las Vegas is met meer dan 100 casino’s met recht het grootste casino mekka ter wereld te noemen. Maar naast gokken worden er ook sinds het vroege begin, vele andere vormen van entertainment aangeboden. Denk bijvoorbeeld aan de shows van Elvis, die er een verbluffende 636 keer optrad in zijn residency jaren. Hij zong zelfs een liedje over de stad in de gelijknamige film: Viva Las Vegas.        En ondanks dat de casino stad groot geworden is door het sin-city karakter, is het de laatste decennia ook uitgegroeid tot een muziek hotspot waar nieuwe artiesten graag hun intrek nemen.

Las Vegas: Sin City of de onschuld zelve?

Het imago van Las Vegas was vroeger vooral dat van een zondig bestaan. De maffia runde de woestijnstad in Nevada en hebzucht, afgunst, lust en gulzigheid waren alom aanwezig in de vorm van casino’s, alcohol, drugs en prostitutie. En hoewel de georganiseerde misdaad de stad steeds verder ontwikkelde en liet groeien, was hun heerschappij van korte duur.

Tegen het einde van de jaren vijftig begon de Nevada Gaming Commission – verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op gokactiviteiten – de vrijheid van de gangsters in de stad te beperken. Ze stelden een lijst samen van personen met een strafblad en verbanden hen uit de casino’s. Ook voor corrupte ambtenaren was dit het einde van de rit en de commissie slaagde er zo in om de maffia voorgoed van de casino’s te scheiden.

Las Vegas bleef in de jaren zestig verder groeien, mede dankzij de komst van populaire entertainers als Frank Sinatra, Sammy Davis Jr., Wayne Newton en Elvis Presley, die allemaal ‘residents’ werden bij een van de vele hotels. De toeristen die hierdoor naar de stad kwamen gaven Vegas een steeds minder onbeschaafd imago en de casino’s werden groter, hotels groeiden uit tot ware resorts en buffets maakten op den duur plaats voor sterrenrestaurants.

Muzikaal gezien was de gok enclave echter voornamelijk een plek waar aangespoelde sterren hun laatste dagen uitzongen en shows waren vaak op kosten van het huis of sterk afgeprijsd. Vegas zag haar bezoekersaantallen, ondanks het entertainment, meerdere malen sterk teruglopen. Twintig jaar geleden vertegenwoordigde gokken namelijk nog zo’n 70% van de Las Vegas-gerelateerde inkomsten, maar inmiddels is dat gedaald naar zo’n 30%, waardoor gokken steeds minder populair lijkt te zijn.

Concurrentie online casino’s

Vroeger was Las Vegas vooral een rustplek voor mensen op doorreis, ze beleven er een nachtje, genoten van het entertainment en trokken de volgende dag weer verder. Maar de opkomst van luxueuze hotels maakten het steeds aantrekkelijker om langer te verblijven. In 1960, toen slechts 2 procent van de woningen in de VS centrale airconditioning had, had 25 procent van de inwoners van Las Vegas, inclusief de vele casino’s, al aangename verkoeling gevonden in het woestijn klimaat.

Langere verblijven betekende meer inkomsten voor de casino’s en er werd verder geïnvesteerd in het high class karakter van de stad door de aanleg van zwembaden en resorts. Die tactiek werkte een aantal jaren, maar door technologische ontwikkelingen en de komst van de vele online casino’s in de jaren ‘90 bleek dit toch niet voldoende om klanten veelvuldig terug te laten keren naar de stad. Gokfans konden sindsdien namelijk gewoon vanuit hun huis genieten van een potje poker in een online buitenlands casino of in een casino zonder vergunning (minder strikte regels) en daarmee hun geld besparen op vliegreizen en hotelkamers. De noodzaak om te gokken in Vegas en het gebrek aan motivatie om een bezoek te brengen moest dus een ommekeer krijgen.

Mega arena’s voor een groter publiek

Om de afhankelijkheid van gokken te verminderen, besloten bedrijven in Vegas te investeren in een toekomst waarin ze onafgebroken een gestaag aantal bezoekers konden aantrekken. Hoewel gokken en casino’s altijd onlosmakelijk verbonden zullen zijn met Vegas en dit ook een bron van inkomsten zal blijven, werd het toch hoog tijd om te diversifiëren en om aan de vraag van een jonger publiek te voldoen.

Een Las Vegas residency werd vroeger nog gezien als het eindstation van een zangcarrière, maar met de opkomst van grotere venues en mega arena’s (MGM Grand Garden Arena, Caesars Palace Colosseum, T-Mobile Arena) en optredens van wereldberoemde sterren zoals Celine Dion, Britney Spears, Katy Perry, Lady Gaga, Aerosmith en meest recent Adele en John Legend, werd het voor populaire mainstream artiesten een uitgelezen kans om hun kunsten aan een groot en enthousiast publiek tentoon te stellen (en hier terloops ook goed aan te verdienen uiteraard).

Ook buiten de arena’s werd er plaats gemaakt voor enorme muziekevents, zoals het Life is Beautiful Festival, Electric Daisy Carnival, Rock in Rio USA of het Psycho Rock en Metal Festival. En dan hebben we het nog niet eens over de vele DJ’s, zoals onze eigen Tiësto of Martin Garrix, die residency hebben in de talrijke nachtclubs op de Las Vegas strip.

Lokale artiesten groeien mee

De vele Live muziek, residencies en festivals zorgden voor een influx van nieuwe toeristen die op hun beurt weer blijk gaven van een vraag naar een meer divers aanbod. Zo vonden artiesten als Imagine Dragons, Panic! at the Disco en Ne-Yo hun oorsprong in Vegas en dit opende de deuren verder om steeds meer lokaal talent aan te trekken in de vorm van Magie of Comedy shows, Cirque du Soleil en de Blue Man Group. En tegenwoordig kun je er eigenlijk ook niet meer omheen, want een bezoek aan Vegas zou niet compleet zijn als je niet een van de vele shows bezoekt.

De muziek en entertainment business in Vegas is daarmee een steeds stabielere bron van inkomsten geworden voor de casino’s en resorts, want al die nieuwe bezoekers? Die boeken allemaal een overnachting in een van de hotels, waar ze ongetwijfeld ook vast een avondje zullen gokken. En zo lijkt het huis toch weer te winnen. Viva Las Vegas!